wie is online
Login/Registreren
Polls
Welk type lezing wil je liefst bijwonen
Aantal stemmen: 27
Een geslaagde kweek met Dendrobates auratus
De fascinatie voor pijlgifkikkers bestond reeds langer bij Ria en mij. Een paar jaar terug kochten we onze eerste kikkertjes. We hadden toen een groot terrarium waarin we eerst daggecko's (Phelsuma laticauda en Phelsuma quadriocellata) en later kameleons (Chamaeleo calyptratus) verzorgden. Phelsuma's werden echter schaarser (lees hier eerder: onbetaalbaar) en kameleons waren eigenlijk niet de geschikte dieren voor een gesloten vochtig terrarium. Een kameleon hadden we toendertijd nog wel, een Chamaeleo melleri, maar die zat vrij op een tak boven het aquarium of als we niet thuis waren in een grote vogelkooi.
De stap naar het houden van pijlgifkikkertjes werd gezet en zo hadden we na enige tijd en in een aantal terraria Dendrobates tricolor, Epipedobates vittatus, Phyllobates bicolor, Dendrobates tinctorius 'Tafelberg' en Dendrobates azureus rondspringen. Tom en Jan verzorgden de diertjes samen met Ria en na verloop van tijd kwamen er kikkervisjes die uitgroeiden tot kleine gifkikkertjes. Zoals dat zo dikwijls is verwaterde de liefhebberij: er was geen tijd meer om nog te kweken en de hobby beperkte zich tot het houden en verzorgen van de diertjes. In het grote terrarium werden tussendoor wel geregeld jonge kikkertjes opgemerkt.
De passie laaide echter terug op na onze reis naar Costa Rica in 2009. Op verschillende locaties konden Ria en ik daar de prachtige kleuren van de Oophaga pumilio ofte "Blue Jeans Dart Frog" en de Dendrobates auratus in het regenwoud bewonderen. Niets kon ons er dan ook van weerhouden om op Naturaria Fair in september van dat jaar een aantal Dendrobates auratus 'Pacific' uit Costa Rica aan te schaffen. Wie op onze Jubileumtentoonstelling was heeft deze gifkikkertjes kunnen bewonderen in het terrarium dat Ria geplaatst heeft.
Â
De eerste behuizing waarin we deze auratussen onderbrachten was een oud Phelsuma terrarium. Hierin konden ze opgroeien tot volwassen exemplaren. Uiteraard werden er schuilplaatsen voorzien in de vorm van aaneengeplakte doosjes van filmrolletjes. Maar eigenlijk was dit terrarium te hoog en niet vochtig genoeg voor deze dieren. Het was pas na het plaatsen van een automatische sproei-installatie dat de diertjes zich thuis begonnen te voelen.
In juni van dit jaar werd het tijd om het nieuwe terrarium voor de Jubileumtentoonstelling in te richten. De bewoners zouden onze auratussen uit Costa Rica worden. In augustus was het bakje mooi ingegroeid en er werd besloten de kikkers in hun nieuw verblijf onder te brengen, kwestie van ze aan hun nieuwe omgeving gewoon te maken.
Â
Het was dinsdag 17 augustus en het oude terrarium stond nu al 3 dagen leeg; de kikkertjes waren duidelijk in hun nopjes in hun nieuwe omgeving.
"Ik heb deze namiddag dat oude terrarium leeggemaakt. Het mag naar de hangar verhuizen" zie Ria, net voor ik naar het zwembad vertrok voor de duikles. Toen ik in de kelder kwam, waar het terrarium stond, om er mijn schoenen aan te doen bemerkte ik bovenop de lichtkap van dat oude terrarium de aaneengeplakte filmdoosjes. In één ervan zat een dikke klodder kikkerdril met een 10-tal bevruchte eitjes.
"Ga maar voort naar de duikles. Ik zorg wel dat de eitjes in een petri schaaltje liggen tegen dat je terug bent".
Na een paar dagen waren er 5 kikkervisjes die vrij rondzwommen in het petri schaaltje. Een paar larfjes hadden het niet gehaald, waarschijnlijk omdat ze een tijd buiten de omgeving van het terrarium in een te droge omgeving hadden gestaan.
De kleine kikkervisjes werden nu elk apart in een klein bakje geplaatst. In het bakje werd een stuk eikenblad en een dotje javamos gelegd als schuilplaats. Je doet er goed aan alle dikkopjes apart te houden om kannibalisme uit te sluiten. De dikkopjes werden dagelijks gevoerd met cyclops en soms met een muggenlarfje. Regelmatig werd het water ververst en de evolutie werd nauwlettend gadegeslagen. In oktober begonnen 2 kikkervisjes aan hun transformatie tot kikker. Eerst komen de achterpootjes, daarna de voorpootjes. Nu moet je ze goed in het oog houden in hun kleine waterbakje.
Eens ze voorpootjes gekregen hebben zal hun staartje stilaan korter worden. Op dit ogenblik eten de bijna-kikkertjes niet, maar ze verbruiken bij manier van spreken hun staartje. Nu is het de hoogste tijd om de diertjes uit hun krappe behuizing te halen. Je plaatst ze nu best in een klein bakje, gevuld met een centimeter water met wat javamos en eikenblaadjes. Het bakje zet je schuin zodat er een landgedeelte ontstaat. Eens ze tot kikkertje getransformeerd zijn zullen ze zich op het landgedeelte ophouden. Na een paar dagen kan je ze nu overzetten in een klein terrarium waarin ze kunnen opgroeien. Als voedsel geef je ze nu springstaartjes en na enige tijd kunnen ze al een erwtenluisje verorberen. En als ze goed groeien zullen ze zich al snel aan een fruitvliegje wagen.
Je maakt in het begin natuurlijk fouten bij het houden en kweken van pijlgifkikkers. Maar uit die fouten kan je leren en uiteraard kan je in de club met je vragen terecht.
Ik kan je eigenlijk maar één waarschuwing geven voor je deze diertjes begint te houden: het wordt een echte passie en passie moet je soms bedwingen en een halt kunnen toeroepen. Hou dus niet te veel dieren, plaats niet te veel soorten bij mekaar en hou ze in elk geval apart van andere terrariumdieren. Alleen zo zal je op de duur maximaal van deze fascinerende hobby kunnen genieten.
Roger Veltens,
De Siervis Leuven