De Drakenvis

Afdrukken
De Drakenvis
 
Naar een oeroude Chinese traditie worden in vele Aziatische landen vissen beschouwd
als geluksbrengers. Dit idee berust op de dubbele betekenis van vele Chinese
lettertekens. Zo betekent het letterbeeld voor vis tegelijkertijd overvloed en overschot.
Daarom spant men er zich van oudsher in om vissen te houden of ten minste in huis
afbeeldingen van vissen op te hangen of visfiguren af te beelden. Zo vind je, boven vele
toegangsdeuren tot Chinese huizen, afbeeldingen van karpers of het Chinese
letterteken voor “vis”
Vroeger mochten alleen de keizer en de adel deze vissen in hun bezit hebben. Pas
1500 jaar later ontstonden uit zilverkleurige steenkarpers, die eveneens gegeten
werden, roodgoude mutaties (goudvissen). Zij werden eerst alleen door de adel, later
ook door de rijken gehouden en werden, juist omdat ze rood waren, niet gegeten. Rood
is immers een gelukskleur. Speciale verzorgers werden aangesteld en zo ontstond het
beroep van viskweker.
In den beginne werden de vissen enkel in vijvers gehouden. Later werden de
verschillende kweekvormen meer en meer in huis gehouden in keramische bakken en
glazen bokalen. Omdat zij minder beweeglijk zijn en in kleinere bakken konden
overleven waren, uit  ruimtelijke overwegingen, vooral de kweekvormen met dubbele
staart of die zonder rugvin het populairst.
De meeste Aziaten zijn bedreven in het houden van vissen, omdat hen van kinds af aan
geleerd wordt er zeer veel zorg voor te dragen. Daardoor blijven de vissen, zelfs in de
kleinste bakken, jarenlang in leven. Men weet exact hoeveel voedsel (bijvoorbeeld
hoeveel watervlooien per vis) dagelijks mag gegeven worden en hoeveel water er
ververst moet worden en omdat niemand zijn geluk wil verliezen, wordt de troetel zolang
mogelijk in leven gehouden.
Nog belangrijker dan de soort die men kweekt, is de kleur van de vis. Zeer geliefd is de
rode kleur, want rood is een gelukskleur. Daarna volgen in waarde de kleuren van de
edelmetalen goud en zilver. Meer en meer werden de Aziaten er zich ook van bewust,
dat duurdere vissen meer geluk brachten dan goedkope.
Jarenlang hebben Discussen en Koi de pluim van duurste zoetwatervis op hun hoed
kunnen steken. Die tijd is nu definitief voorbij. De nieuwe ster aan het vissenfirmament
heet Mister Arowana. Hoe dat in zijn werk is gegaan vertelt Bernhard Teichfischer in het
januarinummer van Aquaristik. Ik vond het zo een prachtig artikel, dat ik het graag voor
jullie vrij vertaal.
 
Het begon allemaal toen een Maleisische koopman, die zo een vis bezat, op korte tijd
steenrijk werd. Dit gerucht verspreidde zich natuurlijk als een lopend vuurtje. Plots wilde
iedereen een dergelijke vis hebben. Er ontstond in heel Azië een enorm afzetgebied
voor Arowanas. De wildvang kon de vraag niet meer invullen en er ontstonden, in een
mum van tijd, heel wat gespecialiseerde kwekerijen.
Arowanas behoren tot de familie van de Osteoglossidae of beentongvissen. Waar men
vroeger alle soorten tot de familie van de Osteoglossidae rekende, heeft men onlangs
de Arapaima gigas uit Zuid-Amerika en de Afrikaanse Heterotis niloticus afgesplitst en
in een eigen familie (de Arapaimidae) ondergebracht. Zo blijven in de familie van de
Osteoglossidae  nog de twee soorten Scleropages en de vijf soorten Osteoglossum
over.
Deze vissen zijn grote, lang gerekte en zijdelings samengedrukte vissen met duidelijk
afgebakende schubben en  met een met beenplaten bepantserde kop.
De grootste soort van deze beentongvissen is de Arapaima gigas, die uit Zuid-Amerika
komt en die in het stroomgebied van de Amazone en van de Orinoco leeft. Hij is drie
meter lang en bovendien een zeer goede consumptievis. Men weet dat hij vlakbij de
oever afzet, in zelf gegraven groeven in de bodem. De mannetjes bewaken het legsel
en later ook de jongen. Een via door de huid van de kop afgescheiden secreet dient als
contactstof, die de jongen volgen. Lang heeft men gedacht dat hij de grootste
zoetwatervis ter wereld was, maar nu is gebleken dat de Zuid-Amerikaanse meerval,
Brachyplatystoma filamentosum, even groot is en misschien nog groter kan worden.
 
Nauw verwant aan de Arapaima gigas is de meer gedrongen en kleinere Afrikaanse
beentongvis Heterotis niloticus. Ook hij bouwt een nest. Op aquaristisch vlak heeft deze
vis nooit een grote betekenis gehad.
 
Veel bekender, mede omdat hij vaak is ingevoerd, is de 60cm lange Zuid-Amerikaanse
0steoglossum bicirrhosum. Evenals de Aziatische Arowanas heeft hij twee krachtige,
vlezige baarddraden aan de schuin naar boven gerichte muilopening. Een typisch
onderscheid met de Aziatische Arowana is voor mij nog altijd de kleinere staartvin bij de
Amerikaanse soort. Er komt trouwens nog een soort uit Zuid-Amerika, die af en toe in
Europese aquaria gehouden wordt. Het is de zwarte Arowana (Osteoglossum ferrerai).
 
De familie Scleropages is met in totaal drie soorten in Azië, Oceanië en Australië
vertegenwoordigd. 
Scleropagus jardinii, de Australische tongbeenvis, bereikt een totaallengte van één
meter maar is niet zeer kleurrijk. Zijn dominerend zilverachtig grijs getint kleed is niet
direct opwindend. Daarom is hij ook zelden te zien in Aziatische aquaria. 
Hetzelfde geldt voor Scleropagus leichardti, die in een zeer begrensd gebied in
Queensland leeft. De gevlekte soort wordt ook een meter lang en wordt meestal slechts
in showaquaria gehouden. Deze vis is wel zeer populair bij sportvissers.
De derde soort, met de wetenschappelijk naam Scleropages formosus, wordt in Azië
algemeen Arowana of Drakenvis genoemd en komt ondertussen in grote delen van Azië
voor en wordt tot in Maleisië gevonden. Sedert met deze vissen grote winsten te maken
valt, wordt veel over het houden en het  kweken ervan geheim gehouden.
 
Uit de laatste Europese vakliteratuur, vooral van de hand van Maupin, blijkt dat de
mannetjes van deze soort muilbroeders zijn, die na het afzetten de eitjes in hun muil
nemen. De 8 tot 10cm grote jongen worden pas na 55 dagen voor het eerst uitgespuwd.
Gedurende enkele dagen is de bek van het mannetje nog een toevluchtsoord bij
gevaar. Na 64 dagen is de dooierzak van de jongen opgeteerd en eten ze klein levend
voer.
Jonge Arowanas laten zich in een tropisch  aquarium goed verzorgen. Grote
exemplaren van 90cm zijn de blikvangers in grote showaquaria. Als ze ouder worden
zijn de dieren zeer onverdraagzaam en kan men, zelfs in een groot aquarium, slechts
één exemplaar houden. Daarom is ook  de kweek in aquaria onmogelijk.
Als temperatuur wordt 25 tot 29°C aangeraden. Vermits het fenomenale springers zijn,
moeten de bakken goed afgesloten worden. 
In de natuur voeden Arowanas zich met grote insecten en zelfs met kleine vogels. Deze
nestvlieders worden, met een sprong van een meter, van over het wateroppervlak
hangende takken geplukt. Omdat het typische roofvissen zijn eten ze alles wat in hun
muil past. Daar behoren ook vissen bij. In Azië kan je trouwens voor hen voedervissen
van verschillende groottes kopen, waaronder ook Koi.
Normaal gekleurde Arowanas zijn bovenaan grauw en op de flanken groenachtig
gekleurd. Dergelijke vissen geraakt men nu aan de straatstenen niet meer kwijt.
Gegeerd zijn de kweekvormen die zilverachtig of goudachtig glinsteren. Ook groene,
albino’s en rode exemplaren hebben veel aftrek.
Nog tot twee jaar geleden waren rode Arowanas door hun gelukbrengende kleur het
duurst. Men betaalde er in Singapore, als ze 20 tot 25cm groot waren, vlot een slordige
12.500 Euro voor. Voor ons is dat een smak geld, maar rijke lui ginder, en er zijn er daar
veel, verzorgen zo een dier.
Er is nu trouwens  een blauwe variëteit, die nog duurder is. Ze worden gevangen in een
grote rivier, die naast de autostrade van Penang naar Kuala Lumpur stroomt. Dat wil
zeggen dat kleurvariëteiten ook in de vrije natuur voorkomen. Regionale kleurvormen
komen ook op andere plaatsen in Azië voor. Er bestaat zelfs een volledig wit exemplaar
(geen albino). Dit exemplaar is niet te koop omdat het gewoonweg onbetaalbaar is.
Toen ik deze dieren enige jaren geleden voor het eerst zag in Singapore, wou ik
absoluut een kwekerij bezoeken. Ik wist dat de kweek zeer geheim gehouden werd en
was dan ook verwonderd, dat men bereid was mij een kwekerij te tonen. Bleek dat ik
enkel een paar troebele, ondoorzichtige vijvers te zien kreeg. In een paar zeer grote
aquaria kon ik enkele volwassen exemplaren bewonderen.
De grootste kwekerij is de Xiang Leng Holding-Berthard in Batu Pahat in de omgeving
van Johor, in Maleisië. Hier worden naast Arowanas ook andere dure vissen, zoals Koi,
speciale soorten goudvissen en zoetwaterroggen gekweekt. Ze worden geëxporteerd
naar de USA, Canada, Japan, Taiwan, Hongkong en Zwitserland.
Deze kwekerij begon op bescheiden schaal in 1980. Nu liggen er, in een wondermooi
landschap dat door bergen omgeven is, verspreid over een gebied van 203.350m² niet
minder dan 96 grote vijvers,  Voor de opfok staan er verder 25 grote betonnen bakken
en 71 kunststofbakken ter beschikking. Bovendien worden er nog honderden glazen
bakken gebruikt. Water van een zeer goede kwaliteit stroomt in overvloed van de
omliggende bergen naar beneden.
In samenwerking met plaatselijke universiteiten ontwikkelde de kwekerij een industriële
productie. De kleurvariaties van de kweekdieren kon genetisch vastgelegd worden en
de opfok van de jongen gebeurt vanaf een bepaald ogenblik zonder hulp van de
muilbroedende mannetjes. De jongen worden, onder water, uit de bek van de mannetjes
gehaald. Ze worden  apart en onder de beste omstandigheden groot getrokken. Het
hoofdvoedsel bestaat uit grote kakkerlakken, die in 800 kooien in een eigen kwekerij
gekweekt worden.
Iedere vis wordt, als hij 15cm groot is, voorzien van een microchip, om later
omwisselingen uit te sluiten. Met deze chip kan men ook controleren of de
handelsdocumenten voor de CITES in regel zijn. De vissen worden in plastic zakken
verpakt en in styropor dozen per vliegtuig verstuurd.
Over het algemeen worden Arowanas als geluksbrengers gehouden. Ze zitten
afzonderlijk in grote, onbeplante bakken zonder bodembedekking. Door efficiënte
filtering en doorluchting  wordt gezorgd voor een goede waterkwaliteit. Door hun hoge
financiële waarde en net omdat ze als gelukssymbool gelden, krijgen deze vissen
enorm veel aandacht. Men ziet dit onmiddellijk aan het glasheldere water en de
kraaknette glazen wanden. Er wordt zeker veelvuldig water ververst en ook de filters
krijgen regelmatig een grondige beurt.
In landen als Singapore, Maleisië en Thailand is verwarming overbodig. Arowanas
worden er dan ook vaak, samen met Koi, in siervijvers gehouden. Dat het houden van
Arowanas in mooi beplante aquaria mogelijk is, heb ikzelf in Singapore kunnen
vaststellen. Ter plaatse kan men ook vissen in alle groottes kopen om aan de Arowanas
op te voederen. Ook kikkers worden als voedseldieren aangeboden, wat het
voedselaanbod in Azië natuurlijk nog aanzienlijk vergroot.
 
Dus mensen: vergeet de Lotto. Als je echt je geluk nastreeft in dit leven, koop dan een
rode Arowana. Je toekomst ziet er op slag  een stuk rooskleuriger uit.
 
Karel Fondu,
De Siervis Leuven