Apistogramma trifasciata

Afdrukken

De Apistogramma trifasciata is een "dwerg" onder de dwerg-cichliden. Met een lengte van 6cm voor het mannetje zijn ze volgroeid. De wijfjes blijven iets kleiner, zoals bij alle holenbroeders.

Alhoewel ze kleiner blijven betekent dit niet dat ze minder aantrekkelijk zijn dan andere soorten. Hun gedrag, baltsen, territoriumvorming, polygamie, holenbroeders, stemt overeen met andere Apistogrammasoorten. De levensduur bedraagt 2 tot maximum 3 jaar.

Een beschrijving geven is niet gemakkelijk (zeker als je een leek bent in de terminologie zoals ik) maar ze hebben wel drie belangrijke kenmerken. Het eerste is de rugvin waarvan de eerste vinstralen sterk verlengd zijn, een tweede kenmerk is de blauwe schijn over het lichaam en het derde is een streep die vanaf de onderste helft van het kieuwdeksel tot aan de aarsvin loopt. Dit laatste is wel het belangrijkste kenmerk want daaraan heeft dit visje zijn naam te danken en wat nog belangrijker is, de wijfjes zijn zo gemakkelijk tussen andere Apistogrammawijfjes te herkennen.

De verzorging is niet zo moeilijk. In een gezelschapsaquarium met gewoon leidingwater zijn ze goed te houden. In deze omstandigheden houdt men ze beter in groep (2 à 3 wijfjes voor 1 mannetje).

Voor de kweek kan men ze beter apart zetten en in iets zuurder en zachter water. Regenwater volstaat, zonder verdere toevoegingen zoals filteren over turf, e.d. Het kweekbakje heeft bij mij een inhoud van 30 liter. Eén kokoksnoot, 2 bloempotjes, wat javamos, een binnenfilter voor het zweefvuil en een verwarmer zijn de enige toebehoren in het bakje. De temperatuur bedraagt 25°C, de PH schommelt tussen 6,5 en 7 en de hardheid is 1. Om de twee dagen wordt ongeveer 5 liter water ververst.

Als voedsel voor de ouders gebruik ik pekelkreeftjes, af en toe micro-aaltjes (beide gemakkelijk zelf te kweken) en heel zelden diepvriesvoer.

Het baltsen was goed te volgen maar het afzetten gebeurde steeds tijdens mijn afwezigheid en steeds op een plaats waar ik noch het wijfje noch de eieren kon waarnemen. Alleen aan het gedrag van het wijfje, schuwheid en in het hol vluchten bij abnormale bewegingen rond het aquarium, kon ik raden dat er afgelegd was. Zekerheid had ik eerst na een achttal dagen (schatting daar ik het juiste tijdstip van de afzetting niet ken) wanneer de jongen vrij rondzwommen.

De jongen nemen dadelijk pas uitgekomen artemia. Vermits artemia het hoofdvoedsel voor de ouderdieren is moet ik niet gokken voor het opzetten van een kweek: het voedsel voor het jongbroed is aanwezig als je het nodig hebt.

De verdere opfok stelt geen problemen. Het enige wat je bij zo een klein bakje moet doen is na enkele dagen het mannetje eruit halen ter voorkoming van vechtpartijen met het wijfje waarbij de jongen het slachtoffer kunnen zijn, en een regelmatige waterverversing (bij mij 5 liter per dag). Het wijfje kan nog enkele weken bij de jongen gehouden worden.

Dit laatste is goed voor de jongen (later gedrag) en voor het wijfje dat zo een rustperiode krijgt tussen twee opeenvolgende nesten. Indien men dit niet doet heeft men wel om de 2 à 3 weken nieuw broedsel maar met het gevolg dat ze "uitgelegd" raakt.

Zoals bij alle holenbroeders is het legsel nooit groot. Een legsel van +50 jongen was bij mij het grootste, en rekening houdende met enkele verliezen bracht ik toch een veertigtal jongen groot.

Al bij al is dit een visje dat een interessant gedrag vertoont en ook al kweek je er niet mee, het is fijn om hun gedrag in een gezelschapsbak te volgen.

Marc Stroobants
De Siervis Leuven