De Roodoogboommakikikker

Afdrukken

Onder de groene boomkikkers treffen we een prachtexemplaar aan, wetenschappelijk bekend als Agalychnis calidryas. De Roodoogboom-makikikker valt direct op door zijn mooie verschijning met een assortiment aan felle kleuren.

Toen ik onlangs een boek opensloeg over de bewoners van de tropische regenwouden vielen mij direct de speciale vorm en de kleuren van dit merkwaardige kikkertje op. Het dier op de foto staarde mij aan met zijn grote rode ogen alsof het wilde zeggen: “Schrijf nu toch eens iets over mij”.

Ik was voordien al een paar exemplaren tegengekomen tijdens mijn tocht doorheen de regenwouden van Costa Rica en onlangs trof ik een koppeltje aan in een dierenwinkel. Uiteraard werden deze beide kikkertjes direct gekocht en verblijven nu in één van mijn vele terrariums.

Agalychnis calidryas 

De Agalychnis calidryas is een prachtige groene kikker met grote onschuldige rode ogen en oranje voeten. De buikzijde is wit en op de flanken vertonen ze een blauw-wit strepenpatroon. Dit alles krijg je echter pas te zien als de kikker rondkruipt en springt. Hiervoor moet je, gewapend met een lamp ‘s nachts als een dief doorheen je terrariumkot sluipen, fototoestel in de aanslag. En ja, fotogeniek zijn deze kereltjes wel! Vooral als ze je, balancerend op een tak, aankijken smelt je hart.

Roodoogboomkikkers zijn nachtelijke bewoners van de regenwouden van Midden- en Zuid Amerika. Dit betekent dat je overdag zeer goed zal moeten zoeken om een exemplaar tegen te komen. Meestal hangen ze als een groen bultje, verborgen tussen de bladeren. Mijn eerste ontmoeting in het wild was in een beschermd stukje regenwoud in de buurt van La Fortuna in Costa Rica. Later troffen we ze nog aan tijdens een nachtelijke tocht in de buurt van Monteverde. Spijtig genoeg mochten er toen van de gids, die je ‘s nachts absoluut nodig hebt, geen flitsers gebruikt worden.

Deze kikkers springen graag en zijn er speciaal voor gebouwd met hun uiterst lange achterpoten. Aan elke teen hebben ze een soort zuignapje waarmee ze zich kunnen vastgrijpen aan de soms glibberige bladeren.

Deze boomkikker is een vleeseter en op het menu staan krekels en andere insecten. Ook in het terrarium is het aangeraden ze met krekels van een behoorlijke maat te voederen.

De vrouwtjes zijn groter dan de mannetjes: zij worden zo’n 7 à 8cm groot terwijl de mannetjes meestal niet groter dan een 5-tal cm worden.

De geschatte levensduur van de calidryas is zo’n 5 jaar in de natuur en in gevangeschap kunnen ze mits een goede verzorging zeker ouder worden; ze hebben hier immers geen natuurlijke vijanden. De natuurlijke vijanden van de Agalychnis zijn slangen, spinnen, vogels en vleermuizen. In de natuur is het in de eerste plaats zijn groene kleur die hem beschermt: hij gaat volledig op in de omgeving en dat maakt het dan ook zo moeilijk om hem te spotten. Wanneer hij gestoord wordt kan hij in een korte flits zijn rode ogen openen. Door dit verrassingseffect kan hij menige vijand de schrik van zijn leven bezorgen. In dat korte moment van verwarring gaat de kikker er vandoor en tegen de tijd dat de rover bekomen is van zijn verwarring is er van de kikker niets meer te bespeuren. In de Engelse literatuur is deze verdedigingswijze beschreven als “Startle Coloration”.

De voortplanting van de Agalychnis calidryas gebeurt tijdens het regenseizoen. De mannetjes beginnen te kwaken en te trillen in de hoop zo een vrouwtje te kunnen verleiden. Als hen dat lukt klimmen ze op de rug van het vrouwtje, die het mannetje dan voor een aantal dagen op haar rug meezeult.

Nu is het vrouwtje klaar om haar eieren te leggen aan de onderzijde van een blad dat over een waterplas hangt, met één of meerdere mannetjes op haar rug.

Nadat ze haar eitjes gelegd heeft gaat het vrouwtje in het water om haar vochtverlies te compenseren. Zelfs terwijl ze zwemt blijft het mannetje op haar rug zitten en bevrucht zo reeds onder water haar volgende legsel.

De eitjes ontwikkelen zich tot kikkervisjes die snel rondzwemmen in hun eierzak totdat deze barst. Het vocht in de eierzak wast hen van het blad en zo belanden ze in de waterplas onder het blad. De volgende 70 à 80 dagen leven de kikkervisjes nu in het water. In die tijd ontwikkelen ze zich tot kleine kikkertjes.

Gelukkig is deze mooie kikker op dit moment niet in gevaar of met uitsterven bedreigd, maar zijn natuurlijke habitat wordt wel van dag tot dag alarmerend kleiner.

De liefhebber die erin slaagt het natuurlijk biotoop van de Agalychnis calidryas na te bouwen en voor een regenseizoen kan zorgen in zijn terrarium, zal zeker vroeg of laat dit voortplantingsgedrag kunnen observeren.

Roger Veltens,
De Siervis Leuven