De tuinvijver in de winter

Afdrukken

Zogauw de herfst zijn intrede doet en de dagen gevoelig beginnen te korten is het helaas afgelopen met te genieten van onze vijver. Aangezien de vissen, onder invloed van de dalende temperatuur, steeds slomer worden, en de planten beginnen af te sterven, valt er voor de meesten onder ons weinig meer te beleven aan de waterkant. Dit betekent evenwel niet dat het met het onderhoud ook afgelopen is, wel integendeel! Teneinde ervoor te zorgen dat onze vissen zo optimaal mogelijk de winter doorkomen, dienen we enkele maatregelen te treffen.

Belasting van het water.

Dit dienen we zoveel mogelijk te voorkomen. Het is dus een kwestie van rottende leliebladeren, rietstengels, afvallende bladeren van bomen enz… af te snijden en te verwijderen van het wateroppervlak. Indien men dit niet doet zakken de plantendelen naar de bodem, om daar langzaam weg te rotten, zuurstof te verbruiken, en het water onnodig te belasten. Natuurlijk is het ook mogelijk om in het voorjaar alles te verwijderen, maar dan heeft men het bijkomende probleem om onderscheid te kunnen maken tussen afval en bijvoorbeeld, nog niet ontloken zuurstofplanten. Bovendien schiet men in het voorjaar het oorspronkelijke doel voorbij: de plantenresten hebben een heel winterseizoen op de bodem gelegen, en het was toch wel de bedoeling om juist voor en tijdens de winter de vijver wat te ontzien op het gebied van verontreiniging.

Zuurstofvoorziening in de vijver.

Van zo gauw de dagen korten en de temperatuur van het water zakt, stoppen ook de zuurstofplanten met hun productie van zuurstof en gaan in winterrust. Bovendien bergen velen onder ons die een vijverpomp gebruiken, die op, teneinde vorstbeschadiging te voorkomen. Maar, zoals reeds hierboven vermeld, de zuurstofeisende rottingsprocessen gaan wel door, zij het vertraagd. Wanneer dan de vorst het water met een laag ijs bedekt, is de zuurstof opnamecapaciteit van het wateroppervlak gestremd. Bovendien kunnen de schadelijke gassen veel moeilijker uit het water ontsnappen. Dit kan in een strenge winter met langere vorstperiodes leiden tot massale vissterfte. Bijgevolg moeten wij, om onze dieren zo goed mogelijk doorheen de winter te loodsen, ingrijpen. Dit kan door een gat of wak in het ijs open te houden.

Wat evenwel absoluut naar het rijk der fabeltjes dient verwezen te worden is het gebruik van rietbussels om de zuurstofuitwisseling te bevorderen. Men ging (en gaat) ervan uit dat door de holle buis van het riet lucht (en dus zuurstof) in kontakt met het water wordt gebracht. Ten eerste is de oppervlakte van de rietstengels veel te gering om dit effekt op voldoende grote schaal te bekomen, en daarnaast bevriest dit kontaktpunt lucht/water toch uiteindelijk.

Een opening hakken is eveneens uitgesloten. Wie al eens een paar flinke tikken op een aquariumruit heeft gegeven, weet wel wat voor effekt dit op de vissen heeft. Met een bijl of hamer op het ijs timmeren is net hetzelfde. Na enkele dagen of zelf uren is dit wak toch weer dichtgevroren, waarna men de hele procedure kan herhalen. Uiteindelijk doet men hiermee dus meer kwaad dan goed. Wie in een dichtgevroren vijver toch een opening wil maken kan hiervoor beter een haardroger nemen. De hete luchtstroom maakt dat men, afhankelijk van de dikte van het ijs, na 3 tot 10 minuten resultaat boekt, zonder de vissen zelfs maar te storen.

(N.v.d.r. Wees uiterst voorzichtig met de elektrische haardroger in een natte omgeving. Elektrokutiegevaar!)

Werk preventief! Om de hierboven beschreven "kunstgrepen" te voorkomen is het beter, alvorens de vorst het water met een ijslaag bedekt, de nodige voorzorgen te nemen, teneinde een zo optimaal mogelijke zuurstof opname te bevorderen.

Wie geen gebruik van elektrische apparaten wenst te maken, kan een zogenaamde ijsvrijhouder toepassen. Dit is niets anders dan een piepschuimen ring, die voorzien is van een deksel en een verluchtingsbuis. Deze ring isoleert het water dat zich onder het deksel bevindt, en voorkomt bevriezing van het water. Let wel, deze toepassing is slechts van beperkt nut: daalt de temperatuur onder de -10 tot - 12°C, dan zal het water toch bevriezen.

In de handel vindt men, naast de niet elektrische ijsvrijhouder, nu ook een variant hiervan met een waterpomp, waarvan de capaciteit afhankelijk van het model, 300 tot 600 liter per uur bedraagt. Het principe is, dat men naast de ijsvrijhouder, een stroom water vlak onder het oppervlak laat opwellen, zodat door de beweging van het water er altijd een open plek blijft. Het pompje zelf wordt op die diepte gehangen, waar er geen ijsvorming kan optreden.

Natuurlijk kunt U ook uw vijverpomp, op een veilige diepte geplaatst, gebruiken. Wat U evenwel nooit, maar dan ook nooit mag toepassen, is een spuitkop! Indien het écht gaan vriezen, zal het opspattende water rond de opening bevriezen, en indien U niet tijdig ingrijpt, pompt U uw vijver leeg. Naarmate het vastvriezende water hoger wordt zal U uiteindelijk een soort gletsjer op uw vijver verkrijgen.

Naar mijn mening (en praktijkervaring) is de beste ijsvrijhouder een simpele luchtpomp. Men plaatst de luchtpomp naast de vijver, hangt al dan niet een luchtsteen aan het uiteinde van de luchtdarm en men kan met een gerust hart de winter tegemoet zien. De capaciteit hoeft niet overdreven te zijn : 100l/h is ruimschoots voldoende. Door de constante bellenstroom is men van een voldoende circulatie verzekerd en zelfs indien de vijver zou dichtvriezen in extreme winters kan er geen schade aan de pomp ontstaan. Evenmin hoeft men zich zorgen te maken over de mogelijkheid dat de pomp zou kunnen verstoppen door vijver"drab". Wie al eens een verstopte waterpomp kon reinigen, weet wel wat ik bedoel. Want hoe kunt U in een voor 99,9% dichtgevroren vijver nog aan uw pomp?

Dit systeem pas ik een tiental jaren toe, en met succes.

Tot slot

Dit wil ik nog zeggen: wie zich in de herfst de moeite getroost om de nodige voorzorgsmaatregelen te treffen om de vijver zo goed mogelijk doorheen de winter te loodsen, kan er van verzekerd zijn in het voorjaar geen onaangename verrassingen (zoals een sterk gereduceerd visbestand) aan te treffen.

Willems Marc
De Siervis Leuven