wie is online

We hebben 6 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

Het geslacht Colisa

Afdrukken E-mail

Met de leden van het Colisageslacht heb ik altijd al een haat-liefde verhouding gehad. Aan de ene kant hield ik van deze visjes om hun prachtig coloriet en om hun, naar verluidt, interessante paargedrag. Aan de andere kant haatte ik hen, omdat ik ze nooit heb kunnen houden tot ze aan paren toe kwamen.

Het ergste was dat de mannetjes, die er prachtig uitzagen, altijd eerst doodgingen. Je bleef dan zitten met een wrang gevoel van onkunde en een vrouwtje, dat het aankijken niet waard was en dat stilletjesaan wegkwijnde. Blijkbaar was ik niet de enige die met dat probleem zat, want vele clubgenoten bekloegen er zich over dat ook zij die visjes niet lang konden houden.

Nu, jaren later, meen ik de echte oorzaak van ons collectief falen te hebben achterhaald. De stommiteit, die we keer op keer maakten, was dat we die Colisa's per sé in ons gezelschapsaquarium wilden houden, waar ze terecht kwamen in een amalgaam van soorten die hen belaagden en hen continu onder stress hielden. In feite was het dan ook normaal dat de beestjes, moegetergd, het loodje legden.

Laten we dus eens opnieuw alles op een rijtje zetten en nagaan wat er nodig is om Colisa's op een degelijke manier te houden en, wie weet, ook te kweken Met de algemene kennis over de familie Anabantidae in gedachten, kunnen we nu een bakje voor het geslacht Colisa inrichten. We zetten ze niet meer, zoals ik vroeger deed, in ons gezelschapsaquarium, waar ze steeds door één of andere bijterige idioot worden lastiggevallen, maar we brengen ze van de eerste keer onder in een aquarium voor hen alleen.

Om te beginnen neem je geen hoge bak, want het zal je als Colisa maar gebeuren dat je om de haverklap meer dan een halve meter hoog moet klimmen om aan een hap lucht te geraken. Dit is buitengewoon stresserend en voor deze visjes ook onnatuurlijk. Een aquarium met een hoogte van 40 cm is goed, eentje van 35 cm is nog beter.

We gaan er van uit dat er in een overschaduwde beek of in troebel rijstveldwater maar weinig licht doordringt. Dus, wat doen we om het de visjes naar hun zin te maken? We gebruiken kwistig drijfplanten, die het meeste licht temperen, maar tegelijkertijd zorgen we voor enkele open plekjes, waar de Colisa's letterlijk met alle gemak een luchtje kunnen scheppen. De bodem houden we donker, want dan komen de kleuren van vissen en planten veel meer tot hun recht. Een randbeplanting, met bosjes fijnbladige waterplanten maakt van het geheel een oase van rust. Als je als décor bamboestokken wil gebruiken, wat een leuk effect kan hebben, raad ik je aan het uiteinde, dat in de bodem gestoken wordt, met silliconelijm voor aquaria dicht te spuiten en ze op een glazen plaat te lijmen, die je bij de inrichting van de bak met een dikke laag zand bedekt. Als je ze onderaan niet dichtspuit, gaan ze rotten en verspreiden ze een geur, die sterk doet denken aan die van rotte eieren. Het andere uiteinde laat je even boven het wateroppervlak uitsteken. Tussen het bamboe poot je enkele Vallisneria's neer waarvan de bladeren, eens ze lang genoeg zijn, op het wateroppervlak gaan drijven en zorgen voor diffuus licht.

De temperatuur drijven we op tot minstens 25°C. Net als bij de beenhouwer, mag het ook wat meer zijn. De lucht boven het wateroppervlak moet, zoals in ons rijstveld, warm zijn en vooral ook 's nachts warm blijven. Ademen onze goerami's 's nachts koude lucht in, dan wordt het labyrintorgaan aangetast en krijgen ze onherroepelijk af te rekenen met "ademhalingsstoornissen" en zijn ze, hoe raar het ook mag klinken, een vogel voor de kat. Omdat hun labyrint niet meer naar behoren functioneert, sterven de visjes aan zuurstofgebrek en uitputting. Om de lucht boven de bak warm te houden moeten we zorgen voor sluitende dekruiten, die de warme, vochtige lucht boven de waterspiegel vasthouden. Een klein spleetje tussen de dekruiten zorgt voor de nodige ventilatie. Als je nog eens een fles wijn aftrekt, bewaar dan de stop. Snij er enkele schijven af van dezelfde dikte en steek die achteraan tussen de dekruit en de dwarsstrip, waarop de dekruiten rusten. Zo vloeit het condenswater, dat zich op de ruiten vormt, automatisch terug in het aquarium en heb je geen lichtverlies

Vermits hun natuurlijk biotoop een stilstaand water is, hebben Colisa's een grondige hekel aan sterke stroming in hun aquarium. We beroeren het water dan ook zo min mogelijk en laten het gefilterde water zachtjes aan het wateroppervlak uitwaaieren.

Als je bedenkt dat een padie (nvdr: een rijstveld) een waar kuuroord is voor allerhande soorten muggen en dat ook kleine aanvliegende insecten, zoals vliegjes, er al eens een noodlanding maken, kan je al direct een spijskaart samenstellen, waarop zowel muggenlarven als fruitvliegjes niet mogen ontbreken. Geen nood: ze eten ook gewillig droogvoer en als je groene algen hebt, zullen ze ook die in dank afgrazen.

De kwaliteit van het water in hun thuisland is meestal niet om over naar huis te schrijven en waarschijnlijk zal het water in ons speciaalaquarium al op zijn minst beter zijn. Inzake watersamenstelling stellen ze trouwens geen hoge eisen. Sommigen beweren dat ze het beter doen in zacht water. Anderen zweren dan weer bij hard water. Laat het aquarium, waarin de goerami's terecht zullen komen, in ieder geval een tijdje biologisch rijpen. Na een inloopperiode van een drietal weken kan je de visjes er in loslaten. Zij zullen er zich beter in voelen dan in vers water en zullen zich gemakkelijker aan hun nieuwe verblijf aanpassen.

Om als mannetjesvis in troebel water een vrouwtje te charmeren moet je, zoals overal elders, opvallen. Heb je geen prachtige kleuren, waarmee je ook in minder helder water onmiddellijk haar aandacht kan trekken, zwemt ze je zo voorbij en blijf je met al je opgekropte verlangens alleen achter. De kleurrijke Colisa's bevolken vooral de middelste en de bovenste waterlaag. Als je ook vis wil zien in de onderste waterlaag, kan je er best enkele Acantophthalmussen bijzetten, die de bodem vakkundig netjes zullen houden. Zij komen uit dezelfde streek en met een beetje geluk kennen ze elkaar.

Wist je trouwens dat de enige vissoort die de naam "goerami" in haar blazoen voert de Osphronemus goramy is. Hij wordt een halve meter groot en kwam oorspronkelijk alleen voor op Java en Sumatra. Thans is hij overal in Zuidoost-Azië te vinden en wordt hij er als consumptievis enthousiast gekweekt.

Dat Colisa's zeer mooie visjes zijn, heb ik al laten doorschemeren. In één van de volgende nummers van ons maandblad zullen we samen de mooiste soorten, zoals de Colisa Chuna en de Colisa lalia, eens van naderbij bekijken.

Karel Fondu
De Siervis Leuven