wie is online

We hebben 11 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

Killi-vissen

Afdrukken E-mail

De Killi is de populaire naam voor de grote familie van de eierleggende tandkarpers. Ze zijn zeer nauw verwant met de eilevendbarende karpertjes, die beter gekend zijn als guppy's, platy's, halfsnavelbekjes enz. Voor het gezelschapsaquarium zijn deze vissen niet zeer geliefd, niettegenstaande hun kleurenpracht en vreedzaamheid.

Killy’s komen voor in vele vinvormen met in elke soort nog een aantal stammen: Aphyosemion (15 stammen), Fundulus (2 stammen), Cynolebias (14 stammen), Neofundulus (1 stam), Nothobranchius (14 stammen), Pterolebias (3 stammen), Rachovia (4 stammen), Rivulichtys (1 stam) en Roloffia (4 stammen).

Volgens Ruud Wildekamp is de naam Killi ontstaan in de 17de eeuw. "Kil" is een oud Hollands woord voor watertje, slootje en waterplasje of poeltje. Onze Killy’s zijn dan ook in zulke watergebieden te vinden. Hierdoor zijn ze dan ook in de natuur heel kwetsbaar. Menig biotoop valt ten prooi aan de oprukkende industrie. Ook door de ontbossing creëert men op zeer korte tijd stukken woestijn, zodat killibiotopen volledig uitdrogen. Hierdoor sterven er regelmatig stammen van Killy’s uit. Het is namelijk zo dat er per biotoop steeds maar één stam te vinden is.

Soorten die in rivieren leven komen meestal voor met meerdere stammen. Deze soorten zijn ook minder seizoensgebonden.

De Killy’s die in poelen leven hebben een aparte overlevingswijze opgebouwd. De eieren blijven in de bodem zitten tot in het regenseizoen. Bij de eerste regenbuien komen er slechts een paar visjes uit. Als de regen blijft aanhouden en er veel water in de poelen blijft staan zullen ook de andere eieren uitkomen. Zodoende zal bij een toevallige regenbui niet heel het broed uitsterven.

Dit fenomeen doet zich ook voor bij de kweek in gevangenschap: de eieren komen uit met een tussenperiode van één tot twee weken.

Om te kweken heb je een viertal aquaria van 5 à 10 liter nodig. Eén voor het mannetje, één voor het vrouwtje, een kweekbakje en een bakje voor de opfok van de jongen. Het mannetje en het vrouwtje zet je best apart in half regen- en half put- of leidingwater. Als voedsel krijgen ze graag zwarte en witte muggenlarven zodat er een goede eiaanzetting kan zijn. Na veertien dagen gaan ze samen in een bakje gevuld met regenwater en een gepast afzetsubstraat. Al gauw zullen ze tot eiafzetting overgaan.

Na drie weken kan je de eieren met het uitgeknepen substraat dan in een botervlootje overbrengen en dit voor een periode van één tot negen maanden, al naargelang de soort, laten rusten. Na deze periode volstaat het om het substraat in een bakje gevuld met regenwater te brengen. Binnen de kortste keren zal je de eerste jongen zien rondzwemmen. Er zijn ook stammen die deze droge periode niet nodig hebben.

Voor meer info over de nakweek van Killy’s kan je best een gespecialiseerd boek raadplegen: Killivissen van Ruud Wildekamp, Tandkarpers biotopen van JJ Hoedeman en Tandkarpers en hun verwanten van JJ Hoedeman zijn aanbevolen lectuur voor kandidaat kwekers.

Succes ermee!

Eli Verhaegen,

De Siervis Leuven