wie is online
Login/Registreren
Polls
Welk type lezing wil je liefst bijwonen
Aantal stemmen: 27
Watersamenstelling (deel 2)
Het bereiden van water
In dit deel over watersamenstelling wordt er toegelicht welke speciale eisen vissen aan water kunnen stellen en hoe het mogelijk is om speciaal water te bereiden. Panikeer vooral niet: zeer veel vissen stellen niet echt specifieke eisen aan het water waarin ze leven en bereiding van speciaal water is dus meestal overbodig.
We kunnen 3 soorten water onderscheiden, namelijk:
lichtzuur tot zuur water (ook zacht water genoemd) met een pH lager dan 7
neutraal water met een pH van ongeveer 7
basisch water (ook hard water genoemd) met een pH hoger dan 7
In een vorig artikel werden uitvoerig de parameters besproken die de eigenschappen van het water bepalen, onder andere pH en geleidbaarheid.
Neutraal water
Onder neutraal water verstaan we water met een pH die schommelt rond 7. Heel veel siervissen doen het erg goed in neutraal water. Zelfs soorten die liever lichtzuur water op prijs stellen kunnen in neutraal water gehouden worden. Ik zeg niet dat ze zich hierin even goed zullen voelen als in lichtzuur water of dat ze zich hierin zullen voortplanten, maar het is heel goed haalbaar ze erin te houden. Neutraal water hoeft men ook niet te "maken". Normaal schommelt de pH van leidingwater rond 7 à 7,5: het mag dus neutraal water genoemd worden. In Leuven en omstreken is het water echter nogal basisch en heeft het een hoge geleidbaarheid, wat niet alle vissen op prijs stellen. Door het water aan te zuren met een pH-minus produkt daalt de pH weliswaar, maar de geleidbaarheid zal stijgen. Er is dus een andere techniek nodig, die ook de geleidbaarheid doet dalen.
Basisch water
Heel veel Afrikaanse cichliden stellen alkalisch (basisch, hard) water erg op prijs: de pH van het water in hun leefgebied kan gemakkelijk 8 of meer zijn. Cichliden uit het Malawi-, Tanganjika- en Victoriameer kan men goed op leidingwater houden, zeker in het Leuvense. Naast een hoge pH stellen deze vissen ook een hoge geleidbaarheid op prijs en dat is iets waar we in deze streek zeker geen tekort aan hebben. Afrikaanse cichliden en andere vissen die in basisch water leven kan men goed in gewoon leidingwater houden. Is het kraantjeswater te zuur voor je vissen, dan volstaat het om gewoonweg een pH-plus produkt toe te voegen. Dit zal natuurlijk ook de geleidbaarheid verhogen, maar daar hebben de vissen in dit geval geen probleem mee. Ook het gebruik van kalkhoudende stenen in het aquarium zal de pH zachtjes doen stijgen. Hou er wel rekening mee dat extreem hoge pH dodelijk is voor veel vissen. Controleer daarom altijd de pH van het water indien je produkten toevoegt om de pH te verhogen.
Zuur en lichtzuur water
Zuur en lichtzuur water bereiden vormt dikwijls problemen. Vissen uit het Amazonegebied, zoals discussen, maanvissen en zalmpjes houden van zuur water met een lage geleidbaarheid. Leidingwater aanzuren is dus niet goed, want dan heeft het water een veel te hoge geleidbaarheid. Er bestaan verschillende manieren om aan water met een lage geleidbaarheid te geraken. Osmosewater is een oplossing, maar een toestel om osmosewater te maken kost al gauw 250 euro. Zo’n toestel produceert naast osmosewater ook nog "afvalwater". Osmosewater bevat bijna geen andere chemische stoffen dan water: al deze stoffen gaan naar het "afvalwater". Afhankelijk van de druk van het leidingwater levert een osmosetoestel tot 1 liter osmosewater per 3 liter afvalwater. Het osmosewater kan best worden opgevangen in een grote regenwaterton, voorzien van een circulatiepompje. Het afvalwater kan natuurlijk nog wel worden gebruikt om planten water te geven, maar toch loopt een rekening van leidingwater zo snel op. Op puur osmosewater kan men geen vissen houden, het dient dan nog te worden aangezuurd tot de gewenste pH en er moeten sporenelementen aan toegevoegd worden. Osmosetoestellen gaan ook niet eeuwig mee. Bij continu gebruik is het membraan na een jaar versleten. Niet continu gebruik is mogelijk mits het membraan in het toestel NOOIT droog komt te staan. Gebeurt dit toch, dan is je toestel heel vlug aan vervanging toe.
Als je over een regenwaterput beschikt is er een andere, veel goedkopere oplossing. Je hebt ook een regenwaterton nodig (zo’n 250 liter is een goede maat). Vul de ton met regenwater en filter dit over een filter met aktieve kool en een UV-C filter. Na ongeveer 3 dagen, afhankelijk van het debiet van de pomp, is het water klaar voor verdere behandeling. Het dient aangezuurd te worden en ook hier is het nodig om sporenelementen toe te voegen. Na volledige bereiding heeft dit water een pH van ongeveer 6 en een geleidbaarheid van 250 mS. Ik persoonlijk gebruik dit systeem al meer dan een jaar, met uitstekende resultaten.
Zalmpjes leggen geregeld af in water van deze kwaliteit; ook discussen en altumscalares doen het heel goed in dit water.
Het enige probleem bij beide systemen is de opwarming van het bereidde water in de regenton. Gebruik hiervoor een vijververwarming, een verwarming van een wasmachine of een hele krachtige aquariumverwarming. Het is ook niet nodig om het water op te warmen tot de temperatuur die het water in je aquarium heeft. Verversen met water van 5 graden kouder doet de temperatuur in je aquarium praktisch niet dalen.
Tot slot nog dit: Hoe goed het water ook mag zijn waarover je beschikt, het is van geen nut als je het niet regelmatig ververst. Meerdere keren per week kleine hoeveelheden verversen is uitstekend, maar voor de meesten onhaalbaar. Eenmaal per week verversen is nog steeds heel goed en eigenlijk een must als men wil dat de vissen groeien. De enige echte remmers in de groei van een vis zijn afvalstoffen in het aquariumwater. Eens de groei afgeremd is is het proces meestal onomkeerbaar, met als gevolg: volwassen vissen op bonsai-maat.
Jan Veltens,
De Siervis Leuven