wie is online

We hebben 10 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

L 010 a

Afdrukken E-mail

Zondag deed ik iets, wat ik anderen altijd afraad: vissen kopen die je niet kent. Alhoewel ik mijn bril niet op had, zag ik ze al direct zitten in de laatste bak vanboven. Hun slanke, bijna op niets uitmondende lichaamsvorm en hun hoge rugvin deden me onmiddellijk denken aan Loricaria's. Hun naam kon ik met mijn minder goede ogen niet ontcijferen. Roger, die mijn zwak voor bizarre vissen nog kent van vroeger, had al direct in het snuitje dat ik geïnteresseerd was in de beestjes. Hij begon al meteen de diertjes op te hemelen en deed ondertussen al de moeite van de wereld om de prijs, die nog al hoog uitviel, te vergoelijken. In den beginne kon ik nog aan de verleiding weerstaan, maar toen ze daar uiteindelijk met zijn drieën op mij stonden in te praten, om mij ervan te overtuigen die vier sukkelaars mee te nemen, kon ik mijn emoties niet langer de baas. De taal van het hart haalde het uiteindelijk op die van de rede. Om mij voor mijn moed te belonen, mocht ik de visjes nog zelf scheppen ook. Ik kon de beestjes slechts wazig onderscheiden, maar na wat geklungel met het vangnet kreeg ik ze toch alle vier te pakken.

Als ik visjes gekocht heb, ben ik met niets meer te lijmen. Na afgerekend te hebben en nadat de man aan de kassa de naam op een stukje papier had gekrabbeld, reed ik vliegensvlug naar huis. In de auto begon de twijfel al te knagen. "Wie weet wat je weeral in je handen hebt laten stoppen", dacht ik. Naarmate de kilometers zich aaneenregen, nam mijn onrust toe en steeg mijn bloeddruk met twee strepen.

Thuisgekomen zette ik onmiddellijk mijn bril op en na omzichtig het krantenpapier te hebben verwijderd, zag ik de "red lisard cats" voor het eerst scherp en duidelijk. Ik moet bekennen dat ze er niet echt onweerstaanbaar uitzagen. Dat "red" was maar een vaal lichtbruin en dat "lisard cat" kon ik er ook zo direct niet in herkennen. Met lood in mijn schoenen slofte ik naar mijn bak en deponeerde de plastic zak omzichtig op het wateroppervlak. Ik liet ze een half uurtje chambreren en met de druppelmethode paste ik hen geleidelijk aan het water van mijn aquarium aan. Toen liet ik de visjes vrij en verdwenen ze, tot mijn grote teleurstelling, prompt tussen de planten. In de daaropvolgende dagen kreeg ik ze zelfs niet eens meer te zien en met de hoge aankoopprijs nog vers in mijn geheugen, begon ik het mij al dik te beklagen dat ik ze gekocht had. Omdat het recente importen zijn, waren ze ook nergens terug te vinden in de oubollige boeken waarover ik beschik. Als je vrienden hebt, die de volledige uitgave van Mergus in hun boekenkast staan hebben, is dit echter helemaal geen probleem.

Ik vond ze terug onder de naam Rineloricaria species red, zoals het op mijn papiertje stond. Volgens de auteur wordt dit harnasmeervalletje 10 tot 15 cm groot en komt het uit Brazilië. Het gedijt het best tussen 22 en 27°C. Dit rode heksenmeervalletje stelt prijs op een open plek in het aquariumlandschap en op een dichte randbeplanting, waarin het zich eventueel kan terugtrekken. De heer Mergus raadt aan niet te veel water ineens te verversen. Dit visje voelt zich, naar verluid, goed bij een pH van 7 en een dGH van 6 tot 15.

Het mannetje van deze soort heeft, zo gaat het verder, een gele bakkebaard en beenderachtige tandjes op de bovenzijde van zijn borstvinnen. Mijnheer zou zich, nog altijd volgens eerder genoemde auteur, graag terugtrekken in een bamboe- of kunststofbuis. Hij zou dit zelfs vaak overdag doen. De wijfjes houden zich ondertussen in de omgeving op. Als ze er klaar voor zijn, duiken ze mee de buis in en zetten er hun eitjes af. Na het afzetten dienen de dames verwijderd te worden of zet je pa, met buis en al, in een opfokbak. De jongen kunnen de eerste dagen gevoederd worden met raderdiertjes. Nadien krijgen ze pas uitgekomen artemianaupliën voorgeschoteld. De kweek zou al meerdere malen gelukt zijn.

Wie schetst mijn verbazing toen ik, op een mooie morgen, twee van die kereltjes nonchalant op een Cryptocoryneblad zag liggen luieren. En passant plukten ze hier en daar een pluisje alg mee. Al bij al zagen ze er nog zo slecht niet uit. Enkele dagen later doken ook de nummers drie en vier op. Naarmate ze zich beter en beter thuis voelden, evolueerde hun kleur naar diep oranje. Over hun flanken loopt er een onduidelijk nettenpatroon. Nu, enkele weken later, voelen ze zich blijkbaar volledig op hun gemak. In plaats van hen te verstoppen, zoals ze dat in den beginne deden, zijn ze nu van het voortoneel niet meer weg te slaan. Op het eerste gezicht zien ze er een beetje sloom uit, maar dat is maar schijn. Met hun pientere, piepkleine oogjes speuren ze aandachtig de omgeving af en niets ontsnapt aan hun aandacht. Met hun onderstandige muil speuren ze continu de bodem af op zoek naar iets eetbaars en zelfs een opdringerige Ancistrus kan hen daarbij niet uit hun lood slaan.

Het is alsof ik, bij de inrichting van mijn aquarium, wist dat ik ooit deze visjes zou houden, want in grote lijnen komt mijn aquarium volledig tegemoet aan al hun wensen.

Omdat ze zich blijkbaar goed in hun vel voelen verstoppen de visjes zich in het geheel niet, zelfs al beschikken ze over een PVC-buis, die ik, perfectionist als ik ben, keurig tussen de midden- en achterbeplanting heb verstopt. Ze zijn absoluut niet schuw en zelfs als ik planten uitdun of water ververs, blijven ze rustig op hun uitverkoren plekje bij het raam zitten. Als ik bij mijn werkzaamheden een dikke posthoornslak tegenkom, breek ik haar schaal. De heksenmeervalletjes zijn er als de kippen bij, om het smeuïge slakkenvlees op te zabbelen. Volgens mij eten ze trouwens alles, wat in hun mondje past. Als toemaatje geef ik, speciaal voor hen, algentabs en Tabimintabletten. Ook andere visjes, zoals Minors, roodneuszalmpjes, Otocynclussen en uiteraard ook Corydorassen zijn er verzot op. Maar ook als ik tubifex voeder of rode muggenlarven, schuiven de red lisard cats geduldig aan.

Nu ik ze hier zo voor mij zie rondsnuffelen over de bodem, vind ik mijn L 010 a’s, want zo heten ze in afwachting van een officiële naam, toch aangename gasten en ik hoop dat ze dat van mij ook vinden.

Eind goed, al goed.

Merci Roger, merci Roger, merci….

Karel Fondu
De Siervis Leuven