wie is online

We hebben 42 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

Nothobranchius rachovi

Afdrukken E-mail
Ingevoerd in 1925.

Vindplaats: Portugees Oost-Afrika In poelen en plassen.

Beschrijving:

De kleurenplaat geeft een mannetje weer. U kan zo vaststellen dat woordenkombinaties U onmogelijk een volledig beeld van dit visje zouden kunnen geven hebben. Zelfs de moeilijksten onder ons zullen hun bewondering niet kunnen wegmoffelen. Het mannetje bereikt een maximumlengte van 6 cm, het vrouwtje blijft kleiner.

Niet alleen in de grootte echter ligt het geslachtsonderscheid, ook wat kleuren betreft zijn de vrouwtjes slechts een flauw afkooksel van hun eega's. Het is zelfs zo dat slechts échte kenners de vrouwtjes van de verschillende Nothobranchiussoorten uit elkaar kunnen houden.

Verzorging:

Met de Aphyosemions, behoort de Nothobranchius tot de zogenaamde éénjarige soorten. Dit is de natuurlijke regel, omdat in hun vindplaatsen de poelen e.a. uitdrogen tijdens de zomer. Bij gebrek aan water hebben ze dan inderdaad geen andere keuze dan "sterven". In 't aquarium staan de zaken uiteraard lichtjes anders. Mits een zacht watertje (tot 12°DH) en geen te hoge gemiddelde temperatuur (19°C), kunnen ze gemakkelijk twee jaren oud worden.

Het is een vis voor een kalme, rustige gezelschapsbak.

Als voedsel wordt hoofzakelijk levend voedsel gevraagd.

Kweek:

Vermits we met seizoenvissen te maken hebben, brengt de kweek enkele aparte moeilijkheden mee. Een klein (5 l) volglas aquarium volstaat reeds. De bodem wordt bedekt met turfmolm. DH tot 12°, temperatuur van 20 tot 22°C.

De eieren worden afgezet in de turf. Na twee dagen wordt het water afgegoten; de vochtige turf, waar de eieren inzitten, wordt in een plastieken zak gedaan.

De zak gaat nu een vochtige bergplaats in, waar een gelijkmatige temperatuur van 20 tot 23°C heersen moet. De kast, naast de schouw, is een ideale stapelplaats.

Na 60 dagen haalt U de turf uit de zak, gooit hem in een bakje dat gevuld wordt met zacht water op een temperatuur van 22°C. Na een paar uren komen de jongen uit en gaan onmiddellijk op jacht achter pekelkreeftjes (artemia). Op 10 weken zijn ze volwassen en herbegint het lieve leventje.

Bijzonderheden:

Er werd opgemerkt dat na drie generaties, de vrouwtjes bijster klein bleven en haast niet meer geschikt waren voor de kweek.

Jacques Koopmans,
De Siervis Leuven