wie is online

We hebben 20 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

De rode van Rio

Afdrukken E-mail

Dit zou de titel kunnen zijn van een spannende spionageroman, maar het wordt eenvoudigweg een biografie over één van de meest gehouden en gekweekte aquariumvissen ooit.

De Hyphessobrycon flammeus, want zo heet het kereltje met zijn Latijnse naam, werd voor het eerst ingevoerd in Duitsland in 1920 en veroverde stormenderhand zijn plaats in aquariumland. Dit was niet verwonderlijk, want dit mooie visje bleek ook nog sterk te zijn, stelde geen speciale eisen aan het water, at daadwerkelijk alles en kweekte er bovendien nog gewillig op los.

Zoals zijn volksnaam al laat vermoeden komt hij uit de streek rond Rio de Janeiro, waar hij gevonden wordt in stilstaand of zacht stromend water. Het geslachtsonderscheid is niet moeilijk te maken. De mannetjes zijn niet alleen feller rood gekleurd, maar hebben bovendien een diepzwarte afboording van de langgerekte rugvin en zwarte boordjes aan het uiteinde van de buikvinnen. Ze zijn trouwens ook slanker dan hun dames. De rode uit Rio wordt ongeveer 4,5cm groot.

Omdat ze gesteld zijn op gezelligheid, hou je ze best in een groepje van 10 of 15 exemplaren. De prijs die je er voor betaalt is goedkoop te noemen en wordt ruimschoots vergoed door het plezier dat je aan deze visjes zal beleven.

Je geeft hen een goed beplante bak, met bossen fijnbladige planten, maar ook met open zwemruimtes, waar ze zich eens goed kunnen uitleven. Als het water helder is en neutraal of licht zuur, en je houdt hen op 20 of 22°C, zullen ze zich best in hun schik voelen. Zorg er ook voor dat de ondergrond donker is van kleur, want dan voelen de beestjes zich pas echt goed en gaan ze pronken in hun mooiste kleedje. Als er dan ook nog een zonnestraaltje in hun bakje schijnt komen ze pas goed los en zal je versteld staan van hun capriolen.

Als ze moe rondgedarteld zijn trekken ze zich even tussen de planten terug, waar ze een klein stukje territorium hebben opgeëist, dat ze ook dapper verdedigen. Maar wees gerust, bloed zal er niet bij vloeien en meer dan een gezwinde uitval naar een eventuele voorbijganger zit er niet in.

Het liefdesspel is heftig en een genot om naar te kijken. Soms zijn de visjes echter zo hevig dat ze al afzetten in het bokaaltje, waarin je ze hebt overgeschept om ze over te brengen naar het kweekbakje. Als je een paartje in een apart bakje zet, en je voert de temperatuur lichtjes op tot 23 of 24°C, gaat het zeker afzetten.

Ze zijn uitermate produktief en nesten van 500 jongen liggen in de lijn van de verwachtingen. De eitjes komen na 45 uur uit en het opfokken van de jonge visjes schept geen enkel probleem. Na twee dagen begint het jongbroed rond te zwemmen en kan het gevoederd worden met stofvoer of met infusoriën en met Liquifry (rode tube). Na enkele dagen eten ze pas uitgekomen artemianaupliën. Later geef je hen cyclops, nog later eten ze gehakte tubifex of rode muggenlarven en grindalwormpjes en daarna al wat in hun bekje past.

Denk eraan dat cyclops grote rovers zijn. Voeder ze alleen dan, als je er zeker van bent dat de jonge visjes ze kunnen verorberen en geef er nooit meer dan de visjes direkt aankunnen. Anders groeien de cyclops in het genoeglijk warme water van het kweekbakje veel sneller dan de jonge visjes en worden zij door de cyclops opgepeuzeld.

Ververs regelmatig water in het kweekbakje. Zo voorkom je dodelijke ongevallen door zuurstoftekort, ontstaan door een overmaat aan infusoriën. Je elimineert tegelijkertijd de groeiremmende stoffen, die zich in het water ophopen zodat het jongbroed veel beter zal groeien.

In een gezelschapsbak zet je de Hyphessobrycon flammeus bij visjes van zijn postuur en dan ga je spijt hebben dat je hem niet vroeger hebt gekocht. Met een beetje geluk zal je zelfs daar van tijd tot tijd een jonge rode uit Rio zien rondzwemmen.

Jaak Koopmans & Karel Fondu

De Siervis Leuven