wie is online

We hebben 9 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

De Anabantidae

Afdrukken E-mail

De familie der Anabantidae heeft een enorm verspreidingsgebied, dat zich uitstrekt van Korea over Zuidoost-China, geheel Zuid-Azië, de Filippijnen en Indonesië. Het loopt verder uit in Zuid-West-, Zuid-Oost- en Midden-Afrika. Vissen uit deze familie vind je in de meest verschillende biotopen. Je treft hen aan in oerwoudkreken, in rijstvelden, in poelen en plassen. De ene soort vind je in sterk verontreinigd water, maar een andere kan je evengoed aantreffen in heldere bergbeken. Je vindt ze ook in de meest verschillende vormen. Sommige, zoals de Belontia signata en de Anabas testudineus, lijken op het eertse gezicht op een Cichlide. De Klimbaars, die in de natuur een lengte van 25cm bereikt, zou in feite beter "loopbaars" heten. Klimmen kan de Anabas testudineus niet, maar lopen des te beter. Als de poel, waarin hij leeft, uitdroogt begeeft hij zich, liefst bij nacht, naar een meer herbergzaam oord, waar er nog water is. Om te "wandelen" spert hij zijn kieuwen wijd open en drukt de doornige uiteinden ervan tegen de bodem. Door heen en weer te schommelen trekt hij zich als het ware voort en kan hij, in de rechte stukken wel te verstaan, een snelheid halen van maar liefst 3 meter per minuut.

De Lucocephalus pulcher ziet er dan weer uit als een snoek en gedraagt zich ook zo. Het is wel een mooie vis, maar omdat hij 20cm groot wordt en een felle rover is, wordt hij zelden ingevoerd. Ook de Ctenopoma's, die uit de benedenloop van het stroomgebied van de Congo stammen, zijn geduchte rovers. De Helastoma temminckii, die we beter kennen als Zoenvis, is dan weer een echte algeneter. Hij maakt, in tegenstelling met zijn verwanten, geen schuimnest. In Zuid-Oost Azië wordt hij 30cm groot en staat hij op culinair vlak hoog aangeschreven.

De familie van de Anabantidae telt ook verschillende geslachten, die ons uitstekende aquariumvissen leveren. De meest bekende zijn de Betta's, de Trichogasters en de Colisa's. De Helastoma's winnen terug aan populariteit. De visjes van het geslacht Trichopsis zijn, wellicht omdat zij minder sprankelend van kleur zijn, bij de meeste aquarianen minder geliefd. De Sphaerichthys osphromenoides, die we beter kennen als Chocoladegoerami, staat bekend als een vrij schuw, moeilijk te houden visje en enkel ervaren aquarianen kunnen het wagen om deze soort te houden. Over de voortplanting van deze visjes weten we niet veel. Sommigen beweren dat het muilbroeders zijn. Anderen zeggen dan weer dat ze een schuimnest bouwen. Er zijn er zelfs die volhouden dat ze hun jongen levend op de wereld zetten.

Meestal zijn Anabantidae rustige vissen, die zich van hun medebewoners niets aantrekken. Maar er zijn ook lastige knapen bij. De Macropodus opercularis is er zo eentje. Ooit was hij uiterst populair omdat hij zeer gemakkelijk te houden en te kweken was. Maar net door zijn balorigheid en zijn agressief gedrag, is hij uit onze aquaria verdwenen. Om dezelfde redenen kan je Anabas testudineus, Belontia signata, Ctenopoma acutirostre, Ctenopoma ansorgei, Ctenopoma nanum en Lucocephalus pulcher ook maar beter apart houden.

Als je bedenkt dat sommige Anabantidae leven in ondergelopen rijstvelden, waar de hoogte van de waterstand nauwelijks 30 à 40cm bedraagt, zal het je niet verwonderen dat de temperatuur van het water er zeer hoog is en dat er bijgevolg vrijwel geen zuurstof in het water zit. Ook de lucht erboven warmt gemakkelijk op tot 40°C en meer en is bovendien zeer vochtig. 's Nachts koelt de luchttemperatuur er nauwelijks af en blijft het water warm. Normaal zouden vissen in dit onherbergzame biotoop moeten doodgaan, maar om hen in staat te stellen in dit inferno te overleven, heeft moeder natuur hen uitgerust met een bijkomend, gesoffistikeerd ademhalingsorgaan. Het situeert zich in een extra holte aan weerskanten van de kop, net boven beide kieuwholtes. Hierin bevindt zich een sterk golvende, geribbelde binnenwand. De ribbels en alle windingen zijn bekleed met een zeer dunwandig slijmvlies. Het bevat talloze fijne bloedvaatjes, die zuurstof uit de lucht kunnen opnemen. Terwijl ze een luchtbel ophappen, laten ze tegelijkertijd door de kieuwspleten een hoeveelheid verbruikte lucht ontsnappen. Deze manier van lucht "ademen", gecombineerd met hun weliswaar sterk gereduceerde, maar toch aanwezige kieuwademhaling, laat hen toe te overleven in zuurstofarm water. Dat water is bovendien meestal troebel en verontreinigd door pesticiden en meststoffen. Het fameuze D.D.T.-poeder, dat bij ons al sedert decennia in de landbouw verboden is, wordt in landen als Indonesië, dat één van de grootste rijstproducenten van de wereld is, kwistig rondgestrooid. De "gezonde rijstschotel" verwijs ik hierbij dan ook meteen naar het rijk der fabeltjes. In een volgend artikel gaan we eens nader kennis maken met het geslacht Colisa, dat enkele uiterst mooie soorten telt.

Karel Fondu,

De Siervis Leuven