wie is online

We hebben 26 gasten en geen leden online

Login/Registreren

Polls

Welk type lezing wil je liefst bijwonen

Reisverslagen - 7.4%
Aquariumplanten - 22.2%
Gezelschapsvissen - 37%
Cichliden - 29.6%
Vijver - 3.7%

Aantal stemmen: 27
De stemmen voor deze enquête is afgelopen on: juni 30, 2023

Gasterosteus aculeatus, goed bedoeld maar…..

Afdrukken E-mail

Van kindsbeen af ben ik verliefd op goudvissen. Ik was en ben nog altijd gefascineerd door hun intelligente blik, hun blinkend lijf en hun rustige manier van doen. Ik heb ze gehouden in zinken kuipen, in glazen accubakken en later zelfs in een heus aquarium. Toen ik de kans kreeg om in mijn tuin een vijver aan te leggen, waren mijn eerste pleegkinderen dan ook kleurrijke goudvissen.

Ik verzorg de beestjes goed en omdat ze in een uitstekende conditie verkeren, groeien ze als kool en kweken ze zeer vlot. Iedere goudvis heeft voor mij iets aparts en daarom kan ik er niet toe komen om er ook maar eentje weg te doen.

Gezien de hoge productiviteit en de beperkte ruimte, drongen zich echter draconische maatregelen op. Ik dacht eerst aan de doordeweekse voorbehoedsmiddelen, zoals het condoom of de pil, maar zag al snel in dat er, om praktische redenen, vanuit die hoek geen oplossing te verwachten viel. Dan maar grijpen naar de natuurlijke selectie, beter gekend als de Ogino-Knauffmethode. Het was evident dat alleen roofvissen hier redding konden brengen. Als ik aan roofvissen denk, zie ik nog steeds die opgezette snoekkop voor ogen, die jaren in het lokaal heeft gehangen. Het beest had niet alleen kanjers van tanden, maar keek je bovendien met zijn boosaardige killersogen zo indringend aan, dat je er koud van werd. Mijn lieve goudvissen laten verorberen door zo een monster was uitgesloten. Het moesten dan maar kleine rovertjes worden, die alleen het jongbroed zouden decimeren.

Zoals vaak in crisissituaties, vraag ik ook het advies van de jeugd. Mijn zoon, kwam dan ook met de voor hem voor de hand liggende oplossing op de proppen. Hij stelde voor om mij enkele stekelbaarsjes te bezorgen, die de klus volgens hem in een oogwenk zouden klaren. Een tiental van die kereltjes werd in mijn vijver losgelaten en ze verdwenen meteen in het niet. Maandenlang zag ik er geen enkele meer, maar op een zonnige namiddag scheurde er eentje laag over de bodem van het ene bosje planten naar het andere. Als die nog leeft zullen de anderen het ook wel volgehouden hebben, dacht ik, en koesterde mij behaaglijk in het zonnetje.

De maanden regen zich aaneen en ik dacht in de verste verte niet meer aan die stekelbaarsjes. Tot op de dag dat ik in de beek, die naar de vijver loopt, enige beroering meende waar te nemen. Bij nader toezien bewoog zich een zwerm van een dertigtal visjes, in strak gelid, door de vliet. In den beginne kon ik ze niet identificeren omdat ze zo klein en zo vlug waren. Ondertussen zijn ze flink uit de kluiten gewassen en tot mijn grote verbazing blijken het jonge stekeltjes te zijn. Hoe ze in die beek terechtgekomen zijn is mij ook een raadsel, want het vijverwater gaat eerst door een zeeffilter en wordt vervolgens, via de beek, terug in de vijver gepompt.

Stekelbaarsjes of Gasterosteus aculeatus worden, zoals je misschien wel weet, al jaren door biologen in laboratoria bestudeerd en nagekweekt. Hun kweekgedrag is dan ook goed gekend en uitermate boeiend. In de lente wordt de keel van het mannetje bloedrood en kleuren zijn ogen hemelsblauw. Hij voelt kriebels in zijn onderbuik en begint met plantenresten en vezelig materiaal in het centrum van zijn territorium een nestje te bouwen. Hij verzamelt dit materiaal in een voorgegraven kuiltje en kleeft het aan mekaar met een secreet uit zijn bijnieren. Zijn domein is zijn heiligdom en hij verdedigt het dan ook met hand en tand. Vermits het een doormeter heeft van 45 cm heeft hij het, neem het van mij aan, niet onder de markt.

Van mei tot augustus zijn de vrouwtjes kuitrijp. Ze worden door het driftige mannetje naar het nestje gelokt en laten er, in het beste geval, hun eitjes achter. Als het allemaal wat lang duurt, port hij de dame in kwestie wat aan met enkele ferme stoten in de rug en in de staart. Eens de eitjes gelegd jaagt hij het vrouwtje resoluut de deur uit, duikt in het nestje en bevrucht vergenoegd de eitjes. Komt er een ander lekker stuk langs, lokt hij haar weer mee en herhaalt zich hetzelde ritueel. Je gaat mij niet geloven, maar potige mannetjes kunnen op die manier enkele duizenden eitjes verzamelen. Om het nog wat bonter te maken sluipen ze, in ware commandostijl, naar andere nesten om er op een onbewaakt ogenblik hun sperma over eventueel nog niet bevruchtte eitjes uit te storten en zo de nietsvermoedende buurman een serieuze peer te stoven.

De vrouwtjes laten zich trouwens ook niet onbetuigd. Ze kiezen resoluut voor de man met de roodste borst en het grootste nest, waarin liefst reeds vele eitjes liggen. Ze denken "een Cassanova, waarvoor reeds zovele wijfjes bezweken zijn, moet vast en zeker een succesrijke vader zijn". De macho deinst er trouwens niet voor terug om bij de buren eitjes te gaan stelen en ze in zijn nest op te bergen. Door te pronken met het grote aantal eitjes in zijn kinderkamer, kan hij immers nog meer vrouwtjes lijmen.

Als je stekelbaarsjes, die zo een 10 cm groot worden en die voorkomen in Europa, noordelijk Azië, Japan en Noord-Amerika, in een koudwateraquarium wil kweken moet je het wijfje, als het heeft afgezet, onmiddellijk verwijderen. Indien er nog andere vrouwtjes in de bak zitten, die nog niet legrijp zijn, moet je die ook wegvangen, want zij zijn in staat om zich in gevechtsformatie op het nestje te storten en de eitjes te roven. De jongen zwemmen, als alles goed gaat, na acht dagen vrij en dan moet je ook als de bliksem de vader verwijderen, want de snoodaard vergrijpt zich zonder verpinken aan zijn kroost. Je kan de jongen met aangepast levend voer groottrekken.

Voor wat de bevolkingsdichtheid van de goudvissen in mijn vijver betreft, kan ik u meedelen dat zij stagneert, zoals te verwachten viel. Wel ga ik er van uit dat er nu tientallen, misschien wel honderdtallen stekelbaarsjes op mijn vijvertje vissen.

Nu ik dit allemaal weet, ga ik eens op kousevoeten aan mijn dochter vragen of zij geen goed idee heeft om mij van die stekelbaarsjes af te helpen.

Karel Fondu,

De Siervis Leuven